“Wat voor woorden kent u voor ‘vrouw’?”, was de vraag waarmee Viviën Waszink op 18 oktober haar lezing voor HVN begon. Tja, eigenlijk kenden we er niet zoveel. In ieder geval geen woorden met een neutrale of positieve betekenis. Viviën liet ons zien hoe vrouwen vroeger in de taal voorkwamen, hoe ze voorkomen in de taal van nu, in die van jongeren en in de taal op de werkvloer.
‘Vrouw’ betekende vroeger eigenlijk ‘voorname vrouw’. ‘Wijf’ was het neutrale woord. Aan de hand van heel veel voorbeelden liet Viviën zien hoe onze taal geëvolueerd is en hoe nieuwe woorden ontstaan. Downdaten, moedertheresacomplex, baarschaamte, curlingmoeder, lattepappa en tinderellasyndroom waren daarvan voorbeelden.
Waszink heeft zich gespecialiseerd in hiphoptaal. Ze testte onze kennis van deze jongerentaal met een quizje. Aan het einde van haar verhaal gaf ze nog adviezen voor vacatureteksten waarop meer vrouwen reageren. Belangrijk is om te vragen naar dingen die iemand kan, in plaats van wat iemand is. Dus niet: je bent stressbestendig, maar: je kunt goed onder druk werken. Uit onderzoek blijkt verder dat vrouwen wel reageren op advertenties met woorden als: klantgericht, nieuwsgierig en sociaal, maar afhaken bij: daadkrachtig, ervaren en leider. Goed om te weten als je meer vrouwen in je team wilt!
Dat Viviën ons wist te boeien bleek wel uit de vele vragen uit de zaal en het tijdstip waarop de avond werd afgesloten.
Door Abelike Janssens