Door Marieke van Maarsseveen en Marita Vreugdenhil
De netwerkavond van oktober werd goed bezocht: 45 vrouwen kwamen bij elkaar voor de lezing die werd verzorgd door HVN-lid Margit van der Steen. Zij is historicus en verbonden met het Huygens Instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en Atria; Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis. Zij is bezig met haar onderzoek naar de eerste 250 vrouwen in de Nederlandse politiek in de periode 1917-1927 en haar boek daarover verschijnt komend voorjaar, vlak voor internationale vrouwendag.
De eerste vrouwen in gemeenteraad in Den Haag en Delft
In haar presentatie werd aandacht geschonken aan wie die eerste vrouwen in de Nederlandse politiek waren en gaf ze een verhaal en een gezicht. Margit ging eerst in op de totstandkoming van het kiesrecht voor vrouwen en gaf hierbij een aantal spraakmakende voorbeelden. Ook werd een toelichting gegeven van een aantal eerste vrouwen in de gemeenteraad van Den Haag en Delft. Het feit dat vrouwen tot eind jaren ’50 bij wet handelingsonbekwaam waren en niet mochten werken als ze getrouwd waren, maakte het niet makkelijk om in de politiek actief te blijven, maar gebeurde toch, zoals de voorbeelden die Margit gaf liet zien.
Stem op een vrouw
Na de presentatie van Margit werd door ons lid Liesbeth Bloemen (voormalig burgemeester van Zoeterwoude) een oproep gedaan om op 29 oktober voor de Tweede Kamerverkiezingen en komend voorjaar voor de gemeenteraadsverkiezingen vooral te gaan stemmen. Ze had een paar goede tips: kies een vrouw van de partij waarop je wilt stemmen, het liefst diegene die op een partijlijst ‘op de wip’ zit (rond het aantal te bezetten Kamerzetels) en kom in het wit naar de stembus (naar voorbeeld van de Suffragettes).
De avond werd afgesloten met een discussie aan de tafels over de volgende 2 stellingen:
- Mag een politieke partij die aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer meedoet, vrouwen uitsluiten van de kandidatenlijst?
- Is het een goed plan dat Aletta Jacobs een standbeeld krijgt in Den Haag?
Over beide stellingen werd intensief gediscussieerd aan de tafels en in het napraatrondje werd duidelijk dat in grote lijnen hetzelfde werd gedacht, maar dat er ook zeker verschil van opvatting was over deze kwesties. Een paar voorbeelden over de eerste stelling (vrij geciteerd): ‘Iedere politieke partij mag de grenzen opzoeken van wat grondwettelijk is vastgelegd’ en ‘Hoe kan het bestaan dat niemand ingrijpt?’. En over het standbeeld: ‘Ze heeft meer goede dingen gedaan dan slechte, dus geef haar dat standbeeld’ en: ‘Laten we een standbeeld van een groep vrouwen oprichten die ons tot voorbeeld zijn’.
